Uit de raad | de beste wensen
Van de week fietste ik over de Rooseveltweg. Net voorbij Pomona zag ik een vrouw al stijldansend over het trottoir gaan. Ze oefende haar danspasjes met een rondzwierende rok en haar muts zwierde vrolijk mee. Het maakte me blij.
Thuisgekomen keek ik het Journaal, dat regelmatig wordt gevolgd door negatieve ‘napraat’ en ‘duiding gevende’ praatprogramma’s. Ik begrijp het wel, er is veel om ons zorgen over te maken, kritiek op te leveren of misschien boos over te zijn. Tegelijkertijd, we leven in een vredig, vrij en redelijk kalm land. Een land waar je op straat kunt dansen. Iets om dankbaar voor te zijn.
‘s Avonds pakte ik mijn Bijbel en las 1 Timotheus 2: “Bid voor bestuurders, zodat we in vrede kunnen leven.” Bij bidden denk je aan diegene en word je je even bewust van zijn/haar moeilijke werk en vraagt daar een zegen over. In zekere zin kun je bidden misschien wel vergelijken met een soort van “de beste wensen”. Als we een beste-wensen-kaart schrijven denken we even aan die persoon en wensen we die persoon al het goede (of: veel zegen) voor het nieuwe jaar.
Een stad of land besturen is een zware taak. Zeker nu. Laten we de bestuurders vaker het ‘beste-wensen’ (in woord en gebed). Dat draagt bij aan vrede in onze stad.